Kappertjes van Oost-Indische kers (‘armeluiskappertjes’)

Het verhaal gaat dat deze kappertjes vroeger werden gemaakt door mensen die gewone kappertjes niet konden betalen. Alsof je nog gewone kappertjes zou willen eten als je deze eenmaal hebt geproefd…

Om zelf kappertjes te maken van de zaden van Oost-Indische kers, moet je de zaaddozen plukken zodra de bloemen zijn verwelkt. Als ze nog groen zijn dus, want als je langer wacht worden de zaden hard en kun je ze niet meer eten. Afhankelijk van wanneer je deze plant hebt gezaaid, is dat dus in augustus of september.

Armeluiskappertjes

Dit recept komt uit mijn eerste moestuin-kookboek: Greendelicious, koken met je eigen oogst. Helaas nieuw niet meer te koop, maar misschien heb je geluk en vind je nog een exemplaar in ons eigen winkeltje….klik hier!

Recept

Voor: zoveel je wilt!
Bereidingstijd: zie tekst hierboven

Ingrediënten

• zaden van Oost-Indische kers
• water
• jampot(ten)
• witte wijnazijn
• rasp van een citroen
• peperkorrels
• laurierblad

Methode

1. Haal de zaaddozen los van elkaar, zodat je losse zaden hebt. Was ze en doe ze in een schone jampot. Zet onder water en voeg wat zout toe. Doe het deksel erop, laat het aanrecht staan en ververs het water gedurende drie dagen elke dag (en vul aan met een snuf zout). Het kan zijn dat het sterk ruikt en niet zo lekker, maar dat is normaal:-)
2. Laat dan uitlekken en even drogen voor het inmaken.
3. Meet de hoeveelheid wijnazijn die in de jampot(ten) past af en kook met wat zout, enkele peperkorrels, laurierblad en wat citroenrasp in een pan, gedurende een kwartiertje.
4. Laat een beetje afkoelen en giet over de zaden in de schoongemaakte jampot. Sluit af en laat minimaal 5 dagen in de koelkast staan om op smaak te laten komen.
   
   Kanttekening
   De kappertjes blijven in de koelkast 3 maanden goed.