Knolselderij: superfood bomvol goeds

Wist je dat knolselderij een superfood is bomvol goeds voor je lichaam? Deze vriendelijke winterknol is de grootste vriend van je nieren en wordt in de Ayurvedische praktijk gebruikt om mensen van spijsverteringsproblemen af te helpen.

Met knolselderij kun je vele kanten op in de keuken en wie wel toe is aan een nieuwe uitdaging in de moestuin kan de groente zelf kweken. Redenen genoeg om deze wat grumpy uitziende knol deze maand te laten schitteren in de blogserie Groen Geluk.

Knolselderij wordt al sinds de oudheid in Europa gegeten. Homerus noemde het in zijn Odyssee en er werd – ook in het oude Griekenland- zelfs een stad naar: Selinunte. De Fransen maken er al sinds mensenheugenis hun kostelijke rémoulade van, waar culinaire grandes dames Elizabeth David en Julia Child zo verzot op waren. In tegenstelling tot selderij en bleekselderij wordt knolselderij minder vaak gebruikt in de keuken. Veel mensen vinden de knol ook wat intimiderend om te verwerken, want hoe doe je dat eigenlijk? Je leest het allemaal in deze editie van Groen Geluk!

Culinair

Knolselderij heeft het formaat van een flinke grapefruit en doet het heel goed in soepen, gratins en salades. De knol heeft een heerlijk milde en zachte smaak – in tegenstelling tot selderijblad en met name bleekselderij, dat voor veel mensen te heftig van smaak is.

Het groene loof van een pas geoogste knolselderij is ook eetbaar, maar smaakt wel wat scherper dan selderij dat speciaal voor het blad wordt gekweekt. Hoe langer geleden het is dat de knol werd geoogst, hoe zachter de knol wordt. Een lekkere knolselderij mag stevig aanvoelen. Zachte exemplaren zijn geschikter voor de soep.

De knollen moeten voor gebruik worden geschild. Dat is eigenlijk een heel eenvoudig klusje. Snijd aan de bovenkant een klein stukje af en verwijder ook de wortels aan de onderkant. Je kunt de knol nu stevig op je werkblad zetten en met een scherp mes van boven naar beneden – met de natuurlijke bolle vorm mee – de schil verwijderen. Om dit voor elkaar te krijgen heb je dus wel een goed scherp mes nodig.

Knolselderij en truffels zijn in Italië een bekende combinatie van smaken die elkaar versterken. Je kunt in plaats van truffels ook truffelzout of -olie gebruiken om dat een uit te proberen.

Ik inspireer je deze maand met drie kostelijke gerechten!

Zelf kweken

Knolselderij is niet heel eenvoudig zelf te kweken. Maar voor wie wel toe is aan een nieuwe uitdaging in de moes- of achtertuin zou ik zeggen: probeer het eens uit! Knolselderij groeit langzaam – de knol neemt de hele zomer de tijd om te rijpen. Buiten, onder koud glas, zaai je vanaf nu, half maart, tot begin april. Je kunt knolselderij vanaf eind februari ook binnen voorzaaien. Zet de zaailingen op een mooie dag buiten en laat ze langzaam afharden, anders is de overgang te groot (afharden betekent dat je ze een paar dagen buiten zet om te wennen en dan ’s avonds weer binnen haalt).

Verzorging

Knolselderij heeft de voorkeur voor zwaardere grond. Op zandgrond kun je wel knolselderij kweken, maar je schijnt de knollen dan minder goed te kunnen bewaren en ze bevatten vaak meer water. Wat bemesting betreft is knolselderij een veeleisend gewas. Daarom wordt het ook wel op het perceel met bladgewassen gezet. Dek de bodem af en giet eventueel bij in droge perioden. Het blad van de plant zou ik niet plukken om te gebruiken zolang de knol nog in de grond zit. Naarmate je meer loof gebruikt, krijg je minder dikke knollen. Het blad produceert nog voeding voor de knol. In juli-augustus knakken de buitenste bladeren één voor één af. De knol is dan al wat dikker en deze bladeren zijn niet meer nodig. Ze vergelen en je kunt ze verwijderen.

Oogsten

Knolselderij is officieel niet winterhard en wordt daarom van oudsher altijd in oktober geoogst. Maar tegenwoordig, met de opwarming van de aarde en de warmere winters, kun je de knollen in mijn ervaring ook prima in de grond laten zitten in de winter, dan graaf je ze uit als je er trek in hebt. Of als er een koudeperiode aankomt, zoals laatst met de Siberische kou! Het uit de grond halen van een knolselderij kan nog wel een klusje zijn. De wortels kunnen flink diep de grond in zijn gegroeid. Je kunt ze in een koele kelder bewaren. Hoe groter de knollen, hoe moeilijker ze te bewaren zijn, dus eet de grootste als eerste op!

Mijn favoriete rassen

Vreekens Zaden verkoopt biologische zaden van Roem van Zwijndrecht, een ras met een iets kleinere knol die aan het einde van het seizoen pas een groeispurt inzet en dan gericht bemest kan worden.

Tip!

Bij Vreekens zaden kun je de zaden wel online bestellen, maar omdat het een klein maar héél populair bedrijf is kan het best lang duren voor je je bestelling in huis hebt. Verlekker je daarom eerst op de site en schrijf de nummers op van alles wat je wilt hebben. Bezoek vervolgens op een mooie lentedag het piepkleine winkeltje bomvol zaden in Dordrecht en trakteer jezelf meteen op een lunch in het inspirerende Villa Augustus (met prachtige moestuin om inspiratie op te doen!).

Bronnen: Handboek Ecologisch Tuinieren (Velt), A history of Food (Maguelonne Toussaint-Samat), Vegetable Literacy (Deborah Madison)

4 gedachten over “Knolselderij: superfood bomvol goeds”

  1. Sinds een paar jaar is knolselder ook één van mijn favoriete groentes. Niet alleen in de erwtensoep, maar ook gewoon als groente. Knolseldersoep is heerlijk, maar probeer ook eens als veggie/veganburger!
    Teelt op zanderige grond is moeilijk. De knollen worden niet zo groot. maar als je een klein huishouden hebt, kan dat juist een voordeel zijn.

    Beantwoorden
    • Ha Jan,
      Wat leuk dat knolselderij voor jou ook zo’n heerlijke winterknol is! Dank je wel voor je tips. En heb jij dan al wel eens een veggie schnitzel gemaakt van knolselderij? Dat recept vind je ook op het blog deze maand:-)
      Zonnige groet,
      Natascha

      Beantwoorden

Plaats een reactie